Paul Celan (1920-1970): Aan de overzijde

Home / Gedachten / Paul Celan (1920-1970): Aan de overzijde
Paul Celan (1920-1970): Aan de overzijde

 

 

 

 

 

 

 

Aan de overzijde

Voorbij de kastanjes begint de wereld pas.

Vandaar komt ’s nachts de wind in de wolkenwagen,
En iemand staat op alhier…
Hem wil ik over de kastanjes heen dragen:
‘Bij mij staan rood janskruid en wilde vlier!
Voorbij de kastanjes begint de wereld pas.’

Dan tjirp ik zacht, zoals krekels dat doen,
Dan houd ik hem vast, moet hij het ontberen:
Mijn roep grijpt hem bij zijn polsgewricht!
In heel wat nachten hoor ik de wind terugkeren:
‘Bij mij vlamt verte, bij jou is het dicht…’
Dan tjirp ik zacht, zoals krekels dat doen,

Maar als ook vandaag de nacht niet opklaart
en de wind terugkeert in de wolkenwagen:
‘Bij mij staan rood janskruid en wilde vlier!’
En wil ik hem over de kastanjes heen dragen –
dan houd, dan houd ik hem niet hier.. .

Voorbij de kastanjes begint de wereld pas.

– Paul Celan (1920-1970)

Meer poëzie: